Dag 6 – Naar Wassenaar

Als ik klaar zit in mijn kano aan de rand van de branding golven te tellen, komt toevallig dezelfde geïnteresseerde wandelaar als gisteren langs samen met zijn hond. Ik zwaai even, maar blijf ook kijken en tellen. Net als er weer twee grote golven breken, weet ik dat ik ongeveer 24 seconden heb om de eerste brekers voorbij te zijn voordat ze opnieuw opbouwen. Ik kom goed weg in de dikke laag zeewater van die twee grote brekers, en net als ik denk ‘Nu zit ik goed’, groeit er een grote donkere golf voor mij. Met mijn peddel over zijn top, werk ik de kano eroverheen. Gaaf, leuk dit.

En voor mij ligt de zee. Ik zwaai nog even naar het strand, leuk is dat, even contact te hebben. Even later, links van mij ontstaat een tweede golvenrij. En op een punt gaat de ondiepte waar de golven op breken, ver de zee in. Ik zie een soort geultje en hoef er niet helemaal omheen.

Ik had bedacht om weer wat verder dan gisteren te gaan, tot Wassenaar, en ga bij de catamaranclub het strand op. De branding is hier smal en het strand steil. De golven geven af en toe flinke klappen. Ik zoek een luw moment en rijd achterop een golf naar het strand. Ik probeer zo hoog mogelijk de boot in het zand te drukken. Phoe. Gelukt. De secretaris van de catclub vindt het prima als ik mijn bootje tussen de cats leg. Na het drogen van al mijn spullen zit het er weer op voor vandaag.

Dag 5, Vandaag ga ik weer een stukje varen!

Alles is weer droog en ik heb een paar dingetjes gerepareerd. Ik begin na Scheveningen haven. Voordat ik daar mijn boot in het water leg, kom ik op het strand een paar ‘strandloeders’ tegen. Deze woelen het strand mechanisch om, waardoor onder andere aangespoeld zeewier, plastic afval en kleine stranddiertjes onder het zand verdwijnen. Dan oogt het strand weer netjes en schoon voor de strandbezoekers en toeristen, maar het draagt niet echt bij aan een natuurlijke ontwikkeling van de stranden.

Ik begin door een rustige branding en vaar langs de pier van Scheveningen. Op weg naar Noordwijk om Paul te ontmoeten. Voor mijn lunchpauze speur ik naar een mooi gaatje in de branding. Bovenop een golf vaar ik naar het strand en met een soort kanosliding glijd ik zijdelings het strand op. Terwijl ik mijn peddel in de golf hang, die tegen de zijkant van mijn kano bruist. Yes!!!

Helaas gaat het harder waaien dan ik leuk vind en gaat mijn ontmoeting met Paul dus niet door. Geen chinees halen, maar kipcurry uit een zakje…  Het is een leuk strand hier. Twee wandelaars komen langs terwijl ik op mijn kano zit. ‘Ik heb in die dertig jaar dat ik hier wandel, nog nooit een streep in het zand uit de zee gezien, met aan het eind een kano met iemand erop!’, zegt een van hen. Dat er vogels op het strand broeden, is voor hen ook nieuws. Maar dat ze bescherming nodig hebben om rustig te kunnen broeden op het strand, vinden ze meer dan logisch.

Ondertussen ben ik blij dat ik weer bezig ben met varen en over de zee kan kijken.

Dag 4 – Marina Hellevoetsluis tot Maasvlakte (24 km)

Een prachtige kano-dag met een onverwacht pittig eind.

 Gisteravond puzzelde ik de route uit en dacht ik goed na over het tijdstip waarop ik moest vertrekken zodat ik het tij van de Haringvlietdam richting de Maasvlakte mee zou hebben. Uiteindelijk vertrok ik vanochtend om half 8 naar de sluis, waar de sluiswachter nog even waarschuwde voor de stroming van de Haringvlietdam, waar net vier schuiven open waren gezet. ‘De stroom gaat toch naar buiten?’, vroeg ik nog.  ‘Ja, dat wel’, zei de sluiswachter, ‘Maar het kan wel flink turbulentie geven waar je last van kan hebben als je naar de overkant gaat’. Met de goede raad in het achterhoofd, zakte ik daarom eerst af tot de rode boei en stak toen schuin over. Op naar Rockanje en Voorne!

Het was helemaal stil, vlak water en er kwam mist overheen drijven. De stromingspuzzel klopte, ik had hem heerlijk mee. Vlak bij Zwartehoek dacht ik zeehonden te zien liggen, maar toen ik dichterbij kwam, bleken dat resten van bunkers te zijn. Ik hield de gele boeien van de grens van het natuurreservaat Hinderplaat aan bakboord, zodat ik daar netjes buiten bleef. Vandaar uit voer ik door naar de Maasvlakte om daar een korte pauze te houden. Achteraf blijkt, dat het laatste stuk ook richting het Brielse Gat, de Slikken van Voorne, ook afgesloten is. Alleen staan daar op de kaart van mijn Navionics app geen verbodsborden op. Nu wist ik het weer! Daarom was mijn oorspronkelijke plan ook om Voorne over te slaan en direct door te varen naar de Maasvlakte. Gelukkig viel mijn verstoring mee, ik heb slechts één Wulp met veel misbaar zien opvliegen. Hij was het blijkbaar niet eens met mijn aanwezigheid, en hij had groot gelijk. Ik hoop dat ze dit toch wat beter gaan aangeven op de zeekaart, ik heb het al doorgeven aan Navionics. Het is belangrijk dat deze gebieden goed beschermd worden, want het zijn natuurcompensatiegebieden voor de Maasvlakte. Kanoërs hebben het nog wel eens over een rondje Hinderplaat. Maar dat kan dus helemaal niet.

Liggend in de luwte onderaan de Maasvlakte, meldde ik me aan bij de havencentrale en begon ik aan de ronding. De zandplaat Bollen is veel breder uitgewaaid dan op de kaart staat, dus ik moest mijn route behoorlijk verleggen om er omheen te komen. En daar waren dan de steile stranden van de Maasvlakte. Hoe verder ik kwam, hoe sterker de branding werd. En voor de zekerheid bleef ik daarom een flink eind van het strand varen, zodat ik daar geen last van had.

Uiteindelijk brengt de erg sterke stroming rond de Maasvlakte mij in de problemen, maar ik vraag op tijd hulp. Ik was steeds aan het peddelen, maar kwam niet vooruit en de golven waren ook lastig voor de balans. Toen heb ik besloten om hulp te vragen voor er echt ongelukken zouden gebeuren. Ik zat vlak bij de vaargeul en een basaltdam. De brandweer heeft mij uit deze nare situatie gehaald met een reddings-waterscooter.

Het was echt schrikken dit en had gehoopt dit nooit mee te hoeven maken. Toch wil ik mijn voorgenomen tocht nog wel afmaken, het was zo’n gave tocht. In etappes denk ik, want mijn vakantiedagen zijn anders snel op. Eerst even pauze, maar wel snel weer mijn kano in, kreeg ik als advies. De Jetskibestuurder verzekerde me dat ik goed had gehandeld door tijdig hulp te vragen, nog voordat de situatie echt uit de hand gelopen was.

Dag 3 – Ouddorp tot Marina Stellendam (24 km)

Heb ondertussen al 100 km gevaren, wow dat is mooi. In de ochtend van deze derde dag voelt het alsof ik al een week bezig ben. Zoveel indrukken op zee. En op Goeree dat prachtige nestje op het strand, met de verhalen over de bescherming van de strandvogels dat nu vleugels lijkt te krijgen door het project Groene Strand.

Ik kom lastig op gang. Alles is nog nat van gisteren, maar als ik voor mijn oversteek naar de Maasvlakte even pauze houd op het strand, zie ik een prachtige hele zwaardschede! Na de moeizame opstart van vanochtend, zie ik nu weer hoe mooi deze tocht is.  

En toch, het oversteken naar de Maasvlakte is niet het mooiste wat er is. Terwijl ik met een focuspunt, hoge witte schoorstenen…, mijn kompasstand vastleg in mijn hoofd, nader ik de eerst rode boei van mijn oversteek. Maar het voelt niet goed. Ik zie wolken opbouwen en denk aan de vrijwilliger van Goeree. ‘Ga je niet langs Voorne?’, vroeg hij. Mijn antwoord was toen, ‘Nee, Voorne sla ik over. Ik neem de korte route, rechtstreeks oversteken naar de Maasvlakte’.

Maar nu volg ik mijn gevoel en neem ik geen risico: de Maasvlakte moet wachten. Ik ga met de stroom mee in de vaargeul naar de Haringvlietdam. Als ik voluit peddel, zit ik zo op 9 km per uur met ruisend water van het opkomend tij om mij heen.

Wanneer mijn tent net staat, komt er een bui over met giga windstoten. Wat ben ik blij dat ik hier zit in de Marina van Stellendam met een heerlijke douche en twee toffe schippers die mij volstoppen met sportvoer!!! Bananen, 7 up en noodles. Echt super.

Dag 2 – Oranjezon tot Ouddorp (35 km)

Ik ga de Oosterschelde oversteken vandaag. Eerst meld ik me aan bij mijn collega’s van de centrale van Wemeldinge en dan ga ik op pad. Onderweg gaat ineens precies voor mijn neus de rand van een zandplaat over de hele lengte liggen stoeien met de stroming. Er ontstaan overslaande golven en het is een gekluts van golven en water. Het is een eind omvaren als ik er langs wil gaan. En er overheen is niet zo’n groot stuk. Dus ik bestudeer het gebeuren even goed en ga er dan toch maar doorheen. Het gaat goed, maar het is wel weer indrukwekkend.

Na de lunchpauze krijg ik het tij langzaam mee. Maar helaas ook een giga regenbui net tijdens de oversteek naar Goeree. Daar is echt geen ontkomen aan.

Op het rustige strand van Goeree ontmoet ik Lotte van het Groene Strand en een vrijwilliger van Natuur en Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee. Het is gelukkig weer droog geworden. Op gepaste Corona-afstand vertellen Lotte en de ervaren natuurvrijwilliger met enthousiasme over een interessant natuurbeschermingsinitiatief op dit strand. We lopen naar een stukje strand dat met paaltjes is afgezet. Het is even zoeken, maar dan zien we ineens iets wits bewegen. ‘Dat is hem, een Bontbekplevier’, vertelt de vrijwilliger. ‘Dit vogeltje nestelt in een kuiltje, zomaar ergens op het strand’. We zien hem scharrelen en, ja echt, hij gaat zitten en wiebelt nog even. Wat gaaf om te zien!

Omdat de eitjes zo’n goede schutkleur hebben, vallen ze nauwelijks op tussen de schelpen. Je kan zomaar ongemerkt over het nestje lopen en per ongeluk de eitjes vertrappen. Om dat te voorkomen zijn op dit strand de nestjes van deze strandbroeders, die de vrijwilligers met veel geduld en zorg opsporen, met paaltjes gemarkeerd en afgeschermd. Lotte zegt dat mensen meestal eigenlijk weinig van de natuur op het strand weten. Maar als ze er eenmaal kennis van nemen, dat ze dan begrijpen dat bescherming van de kwetsbare strandnatuur heel belangrijk is.