Alles is weer droog en ik heb een paar dingetjes gerepareerd. Ik begin na Scheveningen haven. Voordat ik daar mijn boot in het water leg, kom ik op het strand een paar ‘strandloeders’ tegen. Deze woelen het strand mechanisch om, waardoor onder andere aangespoeld zeewier, plastic afval en kleine stranddiertjes onder het zand verdwijnen. Dan oogt het strand weer netjes en schoon voor de strandbezoekers en toeristen, maar het draagt niet echt bij aan een natuurlijke ontwikkeling van de stranden.
Ik begin door een rustige branding en vaar langs de pier van Scheveningen. Op weg naar Noordwijk om Paul te ontmoeten. Voor mijn lunchpauze speur ik naar een mooi gaatje in de branding. Bovenop een golf vaar ik naar het strand en met een soort kanosliding glijd ik zijdelings het strand op. Terwijl ik mijn peddel in de golf hang, die tegen de zijkant van mijn kano bruist. Yes!!!
Helaas gaat het harder waaien dan ik leuk vind en gaat mijn ontmoeting met Paul dus niet door. Geen chinees halen, maar kipcurry uit een zakje… Het is een leuk strand hier. Twee wandelaars komen langs terwijl ik op mijn kano zit. ‘Ik heb in die dertig jaar dat ik hier wandel, nog nooit een streep in het zand uit de zee gezien, met aan het eind een kano met iemand erop!’, zegt een van hen. Dat er vogels op het strand broeden, is voor hen ook nieuws. Maar dat ze bescherming nodig hebben om rustig te kunnen broeden op het strand, vinden ze meer dan logisch.
Ondertussen ben ik blij dat ik weer bezig ben met varen en over de zee kan kijken.